Bij "4" infiltreren we het menselijk brein.
"1" is het object. "2" is de omgeving of context waarin "1" bestaat. "3" is degene die de omgeving deelt met het object en daarom in staat is om zich van het object bewust te zijn. "4" is het beeld dat het subject vormt. De tweeling van het object in werkelijkheid. Tenminste .... indien het object in werkelijkheid bestaat want dat is geen voorwaarde voor beeldvorming door de menselijke mind.
Een goede voorstelling (correct/betrouwbaar beeld?) vergt een indruk of overdenking vanuit meerdere invalshoeken. "4" staat voor die perspectieven van waaruit elkaar aanvullende informatie wordt verkregen.
Maar "4"staat ook voor de "wiskunde" waarmee we modellen over de werkelijkheid opbouwen en beschrijven. Een deel van dat abstraheren is ons aangeboren als noodzakelijk instrument om onszelf of de omgeving te begrijpen. Zo is het voor de mens uitermate lastig, zo niet onmogelijk, om verandering te beschrijven zonder terug te vallen op meerdere vormen van aanschouwing. We registreren verandering als verschillende statussen (van "zijn") van hetzelfde object. Die verschillende statussen zijn verbonden door tijd. En de verandering zelf wordt uitgedrukt in een vorm van instrumentele of intrinsieke kwaliteit. Daarmee geven we de verandering betekenis en waarde.
Tijd en kwaliteit zijn in die zin niet meer of minder dan intuïtieve (of zelfs instinctieve?) complementaire vormen van aanschouwing van verandering.