EEN OEFENING IN HET ONDERKENNEN VAN DE SUBJECTIVITEIT VAN TAAL ...
Indien men "ondernemen" in de on-line Van Dale opvraagt krijgt men als betekenis:
1 op zich nemen, beginnen te doen
2 [econ.] speculeren
Dat is toch verrassend. Niet-ondernemend Nederland doet helemaal niets en draagt nergens verantwoordelijkheid voor. En ondernemend Nederland staat blijkbaar geparkeerd om iets te gaan doen. Wil wel maar durft niet. En gelijk hebben ze! Want als men iets onderneemt in economische zin staat dat gelijk aan speculeren! Dat klinkt als iets gevaarlijks.
Het zit natuurlijk in het woord "speculeren". Dat zal ik wel verkeerd opvatten! Van Dale:
1 bespiegelingen houden die uitgaan boven het feitelijk of logisch bewijsbare => een wissel op de toekomst trekken
2 handelen in de verwachting winst te maken door stijging of daling van prijzen
Religieus Nederland en Beursplein 5 lopen elkaar hier voor de voeten! Maar dwaalt daar ook de ondernemende Nederlander waar onze economie op drijft?
Nog een poging ... Intikken van "ondernemend" levert op:
1 niet bang om iets groots of moeilijks te ondernemen => initiatiefrijk |
![]() |
Niet bang om de kop uit te steken! Dat is heel consistent met het eerdere "ondernemen".
Dat "initiatief" spreekt me wel aan. Biedt dat een opening?
1 het doen van de eerste stap tot of ten behoeve van iets => aanstichting
De parkeerrem gaat ervan af. Er is sprake van doen en een nader te specificeren doel. We zijn op weg! Naar een "onderneming"?
Daarvan zegt de digitale broer van de "dikke Van Dale":
1 zaak van enig gewicht die men op zich neemt => expeditie
2 commerciële organisatie => bedrijf, maatschappij, toko, zaak
Benieuwd naar de combinatie van initiatief en onderneming formuleer ik "ondernemingsgeest".
1 gedrevenheid tot het op touw zetten van ondernemingen
En hoe omschrijf je iemand die zo'n geest heeft? De "ondernemer":
1 iem. die in een tak van handel of bedrijf zelfstandig, voor eigen rekening en risico, werkt => entrepreneur
Hèhè ..... Mijn beeld van de wereld hoeft niet te worden bijgesteld.
Toch een beetje sceptisch geworden over de correctheid van mijn interpretaties van woorden waar de kranten mee vol staan, wil ik wel even verifiëren waar dat "werken" voor staat. Dat is toch het enige "werk"-woord in de definitie!
1 werk doen, bezig zijn iets te doen => dienen
2 een taak, beroep of bedrijf uitoefenen als bron van inkomsten => arbeiden
3 (van zaken) functioneren, in bedrijf zijn
4 uitwerking hebben
5 (van materialen) van vorm veranderen door invloeden van binnenuit of buitenaf
6 in genoemde toestand brengen door wat men doet, verricht
Kijk ... daar hebben we wat aan ... Zelfstandig, voor eigen rekening en risico, in een tak van handel of bedrijf, dienen, arbeiden, uitwerking hebben en iets in een genoemde toestand brengen door wat men doet .... dan ben je ondernemer, gedreven, initiatiefrijk en blijkbaar niet bang om je kop uit te steken.
Mooi, die taal van ons!
Maar hoe noem je nu iemand die níet in een tak van handel of bedrijf, maar wél zelfstandig, voor eigen rekening en risico, dient, arbeidt, uitwerking heeft en iets in genoemde toestand brengt door doen? Een huisvrouw?
"Huisvrouw" volgens Van Dale:
1 vrouw die voor haar gezin en huishouding zorgt en geen ander beroep heeft
Huisvrouw wordt dus nog steeds wel als een beroep erkent! Dat brengt mij toch weer aan het twijfelen. Is huisvrouw nu wel of niet een beroep? Meestal? ... Niet dus! Is dat zo? Wat is die door de huisvrouw te verdienen "kost" dan? Met dit scala aan mogelijkheden mag met recht gezegd worden dat huisvrouw inderdaad een beroep is. Op zijn minst zal ze wat te eten krijgen. Om problemen te voorkomen nog even checken of dit ook voor "huisman" geldt ... |
![]() |
Pardon .... Waar is die beroepseis gebleven? Vrouwelijke ondernemers kunnen geen huisvrouw zijn!Maar van huismannen wordt verwacht dat ze dat ze de zorg voor kroost en haard er maar even bij doen? Is de emancipatie nu toch te ver doorgeschoten? Of worden bij Van Dale vrouwen nog steeds onderschat?
Of is geen van beide conclusies juist en is er sprake van een foutje, een onregelmatigheid die in de nieuwe druk zal worden ondervangen?
Zo ja ... Voeg dan ook eens een treffend woord toe voor de "niet ondernemende" initiatiefrijke Nederlanders met ondernemerskenmerken en navante resultaten. Of is dat woord er al? Dekt "vrijwilligers" de lading?
"Vrijwilliger": 1 iem. die vrijwilligerswerk doet => volontair
"Vrijwilligerswerk": 1 onbetaald, vrijwillig werk
"Vrijwillig": 1 niet gedwongen => uit vrije /keuze/wil/; <=> onvrijwillig
"Werk": Dat hebben we al gehad
Nee .... "Iemand die onbetaald uit vrije wil werk doet" discrimineert de ondernemer niet. Of ze betaald worden moeten ze per slot van rekening maar afwachten en ze gaan vrijwillig door.
Oké ... met uitzondering misschien van het deel met ware ondernemingsgeest. Gedrevenheid kan ook dwangmatig zijn. Dat heft de vrije wil op.
Is dat bij alle echte ondernemers het geval? Ze kunnen niet anders?
Nou .... dan hoeven we alleen nog maar vast te stellen of alle huisvrouwen en huismannen uit vrije wil hun onbetaalde werk doen.
Indien dat zo is dan kunnen we in Nederland weer echt segmenteren want dan blijven er drie klassen over: Ondernemers, vrijwilligers en lapzwansen. Daar is wel beleid op te maken. Leuk voor politici ... Kunnen die ook weer eens iets ondernemen.
Leestip: Semantisch divergeren op "samenwerken" leidt naar een nieuwe definitie!
Reacties