WAARDEBRONNEN
Dit is een verhaal uit "kiezen en gekozen worden"
Mijn reizen hebben mij zelden naar Noord-Carolina gevoerd. Maar ooit was ik in de gelegenheid om, net als nu, in de buurt van Charlotte de toerist uit te hangen. Dat bracht mij toen naar een plaats die sindsdien hoog op mijn verlanglijst staat van plekken die ik nog eens wil bezoeken. Vandaag ga ik deze belofte aan mezelf invulling geven.
Zoals sommigen naar Mekka willen reizen en anderen menen Rome of Napels te moeten hebben gezien, zou iedereen die het leven zelf bestudeert, eens Biltmore Estate, prachtig gelegen in het heuvellandschap nabij Asheville moeten bezoeken. Bij voorkeur niet met de instelling van een toerist die zich komt vergapen aan architectuur, kunst en tuinen, maar met de devotie van een pelgrim op zoek naar de achtergronden van de dynamiek van het bestaan.
Nu is dynamiek niet het eerste wat te binnen schiet bij het horen van Noord Carolina. Hoe zou men daar dus de achtergronden kunnen vinden? Ook het feit dat een puisant rijke Vanderbilt juist daar een historische buitenplaats heeft gebouwd zal in dit kader slechts als ‘nice to know’ worden opgeslagen. Daarmee doet men zichzelf veel tekort. Voor inspiratie hoe een ambitieuze visie op het leven omgezet kan worden in bevredigende resultaten, is dit de plaats om te zijn.
De grote parkeerplaats is het eerste tastbare bewijs dat Biltmore Estate met de tijd is meegegroeid. Na een korte klim bereikt men de chique entree annex kiosk Niet wetend waarnaar men op weg is schrikt men misschien van de toegangsprijs die hier gevraagd wordt. Ik weet echter dat hier waarde voor geld wordt geboden. De prijs past bij Biltmore als illustratieve case over waardemanagement.
Ik koop een catalogus en zoek een bankje op om me te oriënteren op wat voor zich voor mij uitstrekt. Het vorige bezoek had zich gekenmerkt door zoveel mogelijk bezienswaardigs af te raffelen, iets wat ik nu wou voorkomen.
Mijn blik dwaalt over de liefelijke Appalachen valei en de omringende glooiende heuvels op zoek naar de herkenningspunten die de kaart aangeeft. Ik probeer me voor te stellen hoe het er uit zag vóór George Vanderbilt hier zijn stempel op drukte. Ik bedenk dat ik het omgekeerde doe van wat George meer dan een eeuw geleden deed, toen hij, misschien wel vanaf dezelfde plek, het terrein overzag en een visioen kreeg van hoe het zou worden.
‘Dromen, denken, durven, doen’. Lopend over de lange laan naar het kasteel besef ik dat het tot stand brengen van een dergelijke leefom-geving alle kenmerken in zich heeft van het opzetten van een onder-neming. Een geslaagde onderneming, want meer dan eeuw nadat de eerste spade in de grond werd gestoken straalt Biltmore nog steeds succes uit. Mijn verwachting is, dat wie er oog voor heeft, hier tegen alle elementen van het ondernemen aan zal lopen.
Er is niet veel fantasie voor nodig om te zien hoe materiële en immateriële waarde-elementen ontwikkeld en geëxploiteerd zijn. Je bespeurt hoe de macht die aan het bezit daarvan ontleend wordt, op haar beurt weer ingezet is om dingen te laten gebeuren.
Met een beetje goede wil zie je waarde door en over het domein stromen naar de diverse categorieën stakeholders. Fascinerend is het ook om gedemonstreerd te zien hoe dit in de loop der jaren veranderd is.
Uit allerlei elementen kun je de projectmatige aanpak af leiden waarmee elementen van waarde werden ontwikkeld en uitgebouwd. Om vervol-gens weer veranderd te worden wanneer de omstandigheden dat wense-lijk maakten.
‘Willen, kennen, kunnen en doen’ hebben hier niet alleen geresulteerd in het gewenste ‘zijn en hebben’, maar ook in ‘blijven en houden’. Het blijkt ook een case over de samenhang tussen persoonlijke en zakelijke intenties en integraal management.
Waar de aanlopende argeloze bezoeker nog het idee kan hebben van een leuk optrekje op een goed gekozen plaats, wordt men er zich bij binnenkomst van ‘de woon-, werk- en verblijfruimte’ prompt van bewust dat dit meer is dan een smaakvolle replica van een 16e eeuws Franse kasteel. Ondanks mezelf laat ik mij, net als iedere bezoeker, bekoren en verbazen door … Ja wat eigenlijk? De harmonie waarmee alles bij elkaar past? De imposante logica achter de indeling van het gebouw? Het vernuft dat erin is verwerkt? De functionaliteit van de rijkelijk aanwezige kunst en andere verfraaiingen? De sociale aspecten en de regulering van de onderlinge relaties tussen bewoners, personeel en gasten, die nog zo duidelijk zichtbaar zijn? De aandacht waarmee ieder detail tot stand is gebracht en wordt geconserveerd? Het besef dat dit het product is van de geestkracht van slechts enkele mensen? De daadkracht waarmee dit binnen een paar jaar is gerealiseerd?
Wat eens de paardenstallen zijn geweest is nu het horecagedeelte. Ik bestel iets fris en blader door de catalogus.
Het blijkt dat George Washington Vanderbilt (1862-1914) deze idyllische plek realiseerde in iets meer dan 10 jaar tijd. Ik lees over de zeer principiële keus van de jonge George om niet in de zakelijke voetsporen van zijn vader en grootvader, de grondleggers van het Vanderbilt imperium, te treden. Dat liet hij met plezier over aan zijn oudere broers. Leren, reizen en het verzamelen van kunst en boeken lagen hem meer aan het hart. Zich daaraan overgevend ontwikkelde hij een visie op de bestemming van zijn leven en vond hij de plaats waar dat gestalte zou krijgen. Het creëren van waarde, realiseer ik mij, begint als een functie van onderkende ambitie en een bewuste keuze.
Ook door George stroomde Vanderbilt bloed. Gevoel voor de noodzakelijke balans tussen intellectueel en financieel rendement was hem met de paplepel ingegeven. De emotionele hang naar een luxueus buitenverblijf, waar hij zich kon omringen met de mooie dingen die hij verzamelde, werd daarom gecombineerd met het rationele doel om er een rendabele onderneming van te maken. Daartoe werden rond het Estate boerderijen opgezet en wijngaarden aangelegd.
De onderneming als vehikel voor persoonlijke ambities. Hier briljant uitgevoerd door tegelijkertijd te werken aan het realiseren van persoon-lijke en economische waarde.
Een bijzonder aardig aspect van Biltmore is ook hoe met de factor arbeid werd omgesprongen. Men kan niet anders dan concluderen dat de Vanderbilts niet alleen geslepen zakenlieden waren die goed voor zichzelf zorgden, maar dat ze ook oog hadden voor de noden van anderen. Een uitgesproken visie op hoe een harmonische samenleving eruit ziet, vertaalde zich in de wijze waarop met het personeel werd omgegaan en de voorzieningen die daarvoor werden getroffen. Het domein werd stap voor stap uitgebouwd tot één grote zelfvoorzienende gemeenschap die hele dorpen omvatte met zelf opgezette scholen, kerken en een ziekenhuis. Het domein diende niet alleen de bezitter, maar ook de mensen die nodig waren om het te exploiteren. Een verre van zelfsprekende combinatie in die tijd.
Ik ontleen aan deze al dan niet geromantiseerde analen twee stellingen, die ik opschrijf in mijn agenda die vol staat van dit soort ingevingen. De eerste is ‘dat de werkelijke waarde de som is van de waardering door belanghebbenden’. Hoe zich dat precies verhoudt tot economische waarde of emotionele waarde en welke conclusies daaraan te verbinden zijn kan ik nu niet overzien.
De tweede stelling vind ik heel aardig: ‘Eén niveau hoger dan dat waarop ze stromen, hebben waarden altijd een facilitair karakter!’ Misschien is deze zelfs innovatief, wat overigens nog niets zegt over de praktische bruikbaarheid ervan
Ik wandel richting de tuinen, een ander waarde-element waaraan Biltmore zijn faam ontleent. Het domein is in wezen één grote tuin, maar in opzet een lappendeken van terreinen waarbinnen met verschil-lende stijlen werd geëxperimenteerd. Iedere tuin of gedeelte van het landschapspark heeft zijn eigen sfeer als resultante van vormgeving, aard en kleur van begroeiing, gebruik van materialen en achtergrond. Het is nog vroeg in het seizoen, maar hier wordt nu al aangetoond dat de natuur qua variëteit niet te overtreffen is. Ik zou er uren in rond kunnen dwalen, maar daartoe ontbreekt de tijd. Ik wil ook nog even naar de “Winery.”
Op mijn weg naar de parkeerplaats, niet alles is beloopbaar op dit uitgestrekte domein, passeer ik weer de kiosk. Snuffelend tussen de souvenirs zie ik dat ze ook stropdassen verkopen. “Hugo!”, flitst het door mij heen. Het zijn prachtige zijden dassen met het Biltmore logo erin geweven. ‘Als die niet bijzonder zijn?’, denk ik met referentie aan Hugo’s selectiecriterium. Ik laat er vier inpakken voor de mannelijke leden van mijn projectteam. Ik hoop dat Francis, het vrouwelijke element van de task force, een shawl in dezelfde stijl kan waarderen.
Op weg naar de auto krijg ik spijt van mijn zuinigheid. Ik loop terug en koop alsnog een shawl voor mijn vrouw en een das voor mezelf. Daarbij vraag ik mij af of dit ook een goede toepassing van waardemanagement is.
Anderhalf uur later rijd ik weer richting Charlotte met twee flessen Biltmore-wijn in de autokoffer. Eén zal ik vanavond op mijn hotel-kamer met genoegen nuttigen tijdens het schrijven van een aantal notities over mijn bezoek. Je weet maar nooit waar een uitgeschreven case over waardemanagement van pas komt.
De andere fles is bedoeld als cadeau voor mijn zus Jennifer, die ik morgen in New York zal bezoeken. Zo sta ik tenminste niet met lege handen voor de deur.
Onderweg bedenk ik dat de creatie van Biltmore ook een voorbeeld is van wat we nu kennismanagement zouden noemen: Zich bewust van zijn eigen beperkingen liet George Vanderbilt zich bij de ontwikkeling van alles wat hem voor ogen stond assisteren door de beste specialisten die hij kon vinden. Hun prettige en succesvolle samenwerking stoelde op de vrijheid die deze kennisdragers kregen om hun creativiteit en vakmanschap tot uitdrukking te brengen binnen de grote lijnen die George getrokken had. Binnen een cultuur met respect voor de unieke intrinsieke waarde van het individu, blijkt het mogelijk om bewezen techniek en bekende esthetische vormen middels experimenten uit te bouwen tot innovatieve toepassingen en verrassende elementen. Dit tot genoegen en nut van de bewoners en de bezoekers toen en nu. Noodzaak, ambitie en emotie mogen dan wel de waardedrijvers heten, kennen en kunnen op basis van intellect zijn de ware waardescheppers.
Net voor ik Charlotte binnen rijd schiet ik nog even een parkeerstrook op om een snelle notitie te maken. Het zou jammer zijn zo’n goed bij dit uitstapje passende epiloog te vergeten: ‘Waardecreatie vergt visie op wat in het verleden goed was, morgen nodig zal zijn en vandaag mogelijk is’.
Reacties