Zie de vogels in de lucht.
Zij zaaien niet.
Zij maaien niet.
En toch zullen zij oogsten ...
Zie de dolfijnen glijden door het water.
Zij verzamelen niet.
Zij handelen niet.
En toch zullen zij eten ...
Zie de luipaarden in de schaduw van de boom.
Zij argumenteren niet.
Zij haasten niet.
En toch blijven hun ogen glanzen ...
Zie de mensen zaaien, maaien, verzamelen, handelen, argumenteren en haasten.
Zij oogsten gram en naijver.
Zij eten slecht of niet.
En hun ogen zijn dof van wanhoop of onverschilligheid,
schichtig van angst of wellust,
hol van honger of hebzucht.
Is het zelfverklaarde toppunt van evolutie zijn doel voorbij?
Is intellect in een natuurlijke omgeving een vloek of een zegen?
Is de luxe van een vrije wil een kans voor het individu of een bedreiging voor de soort?
Is de mens een gevaar voor zijn omgeving en voor alles ver daarbuiten?
Voldoen wij absoluut aan de karikatuur “pound foolish and penny wise”?
Vermag superieure kennis niet meer dan het verval van de aarde te remmen na er eerder de oorzaak van te zijn geweest?
Wiens verantwoordelijkheid is dat?
Onder welke omstandigheden zal hij die nemen?
Is daarbij een rol weggelegd voor het individu?
Voor u misschien?
Of voor ons samen?
.