Er is al veel geschreven over de stelling dat vrouwen, wat schaaktalent betreft, minder bedeeld zijn dan mannen. Hoogtepunt was een publicatie van schaakgrootmeester Jan Hein Donner (1927-1988), Nederlands kampioen in de periode tussen Max Euwe en Jan Timman. Naast schaker was hij in de jaren 60 ook columnist en niet vies van stevige uitspraken. Zo publiceerde hij in 1968 in het damesblad Avenue een pikant betoog over vrouwen en schaken: “Vroeg of laat moest het ervan komen. Ik heb het zien aankomen en ik heb het ogenblik van de definitieve uiteenzetting gevreesd vanaf het moment dat ik mij als medewerker verbond aan dit blad voor vrouwen. Hoe pijnlijk het ook is, wij mogen niet schromen de waarheid onder ogen te zien: Vrouwen kunnen niet schaken.”
Het was de tijd van de Dolle Mina's en de kritiek die Jan Hein Donner te verduren kreeg mocht er zijn. “Meneer Donner,” schreef een boze Dolle Mina in een ingezonden brief, “U discrimineert. U bedoelt eigenlijk te zeggen dat negers niet kunnen schaken”. Waarop Jan Hein Donner in een naschrift met zijn nurkse humor antwoordde: “Nee mevrouw, u begrijpt mij niet goed. Negers kunnen wél schaken, maar Negerinnen niet.” Einde discussie.
Feit blijft, dat het op de gemiddelde schaakclub in Nederland een waar hengstenbal is. De dames die daar te vinden zijn, staan meestal als koningin op het schaakbord. Clubs met meer dan vijf procent vrouwelijke leden zijn in schaakland een zeldzaamheid. Onze club Denk en Zet is hierop helaas geen uitzondering. Sterker nog van de ruim twintig senioren is er niet één van het vrouwelijk geslacht. Dat is jammer, want schaken is tenslotte een van de weinige gemengde sporten. En bovendien blijkt dat vrouwen wel degelijk kunnen schaken. Vraag dat maar aan Henk Kroon, onze kersverse clubkampioen van dit jaar. In de interne competitie mepte hij, net als vorig jaar overigens, genadeloos om zich heen. Is het gat tussen hem en de nummers twee en drie, respectievelijk Jan de Boer en Gert Jan Smit al behoorlijk groot, de rest volgt hem echter op een straatlengte. Respect!
Toch ging deze intern almachtige Henk Kroon, bij een externe wedstrijd lelijk over de nog knokige knie bij een meisje van dertien. Een waar feest om naar te kijken dus voor zijn gniffelende teamgenoten, die intern van hem steeds klop hadden gekregen. Nu speel je als schaker al zo wie zo niet graag tegen dames of jeugdig talent, laat staan een tegenstandster die een combinatie is van die twee. Je hebt bij deze groepen namelijk niets te winnen. Bij een overwinning haalt iedereen zijn schouders op, want dat was natuurlijk wel te verwachten. Maar oh wee als je verliest, het wordt je maanden later nog nagedragen. Waarvan acte.